Stop alle kaarten in één stapel en schud. Kies iemand om de eerste Sinterklaas te zijn: zij krijgen de Small Sint kaart.
Het spel eindigt zodra je niet meer genoeg kaarten kan uitdelen om een ronde te spelen. Spelers tellen de punten op alle kaarten die ze hebben gewonnen, en de hoogste totale score wint!
Het spel verloopt in rondes met twee stappen: BIEDEN en SCOREN.
Iedereen neemt 3 (willekeurige) kaarten in de hand uit hun eerder gescoorde kaarten (als mogelijk).
Daarna krijgt ieder nieuwe kaarten van de stapel totdat ze in totaal 6 handkaarten hebben.
Bijvoorbeeld: aan het begin van het spel heeft nog niemand iets gescoord natuurlijk. Dus slaat iedereen die eerste stap over en krijgt gewoon 6 handkaarten van de stapel.

Herhaal dan onderstaande 3 keer.
- De Sint onthult de volgende kaart van de stapel. (Deze rij kaarten heet de Pakjeskamer.)
- Beginnend bij de Sint, met de klok mee, maakt iedereen een keuze.
- Ofwel je gaat mee. Je biedt minstens hetzelfde als het huidige hoogste bod (of “inzet”).
- Ofwel je stopt. Je behoudt je handkaarten, maar doet deze ronde niet meer mee.
Zodra nog maar één iemand over is, stopt de ronde ook direct.
Bieden betekent simpelweg dat je handkaarten open voor je legt, zoals het naar voren schuiven van fiches bij echt poker.
Als jij al jouw handkaarten inzet, mag de rest jouw bod negeren. Je ligt effectief uit de ronde.
Elke speler die nog meedoet zoekt de beste combinatie wanneer ze hun eigen kaarten en de Pakjeskamer combineren.
Dit spel kent maar twee mogelijke combinaties.
- Zoveel mogelijk kaarten van dezelfde kleur.
- Of zoveel mogelijk kaarten met hetzelfde getal.

Hierbij winnen meer kaarten dus van minder kaarten. Bij gelijkspel winnen getallen van kleuren, en hoger getal van lager getal.
Merk op dat “hoger wint van lager” dus óók geldt voor kleurencombinaties. Bijvoorbeeld, twee Rood (1,2) verliest van twee Blauw (1,3), want het totale getal van de Blauwe combinatie was hoger.
Als nog steeds gelijk, dan wint niemand.
Degene met de beste combinatie wint alle geboden kaarten en wordt de nieuwe Sint. Iedereen die tot het einde meeging verliest ook al diens handkaarten (want die zijn gebruikt voor combinaties scoren).
Heb je het basisspel onder de knie en ben je op zoek naar meer? Probeer dan deze varianten (geen nieuw materiaal nodig) of uitbreidingen (extra materiaal nodig)!
Er zijn eigenlijk drie manieren om dit spel te gebruiken voor een volledige surpriseavond.
- De winnaar van elke ronde kiest de volgende surprise uit. (Veruit het snelst.)
- Als een kaart met een uitroepteken is ingezet (het “surprisesymbool”), kiest de winnaar van deze ronde de volgende surprise uit.
- De winnaar van het hele spel kiest de volgende surprise uit. (Gehele potjes kunnen vrij vlot gaan in kleinere groepen.)

Ook kan het spel simpelweg fungeren als een leidraad of leuke activiteit, maar niet de individuele surprises aanduiden. Bijvoorbeeld, met deze regel: “De winnaar van het hele spel (dat de hele avond duurt) krijgt een extra beloning.”
Het basisspel gebruikt veelvouden van 3 voor alle getallen. (Je hebt 6 kaarten, pakt 3 uit eigen voorraad, speelt 3 open kaarten naar pakjeskamer, …)
Dit getal kan je simpelweg veranderen! Voor een langer en tactischer spel, met meer mogelijkheden en combinaties, kan je bijvoorbeeld opschuiven naar veelvouden van 4. (Ieder krijgt 8 kaarten, je pakt 4 uit eigen voorraad, je speelt 4 open kaarten, …)
Voor juist een veel korter spel, meer gebaseerd op geluk of voor de állerkleinsten, kan je zelfs naar veelvouden van 2.
Deze variant stelt vijf simpele regeltjes voor die het spel strategischer maken. Deze zijn weggehouden uit het basisspel om deze absoluut zo simpel mogelijk te houden.
Elke regel is optioneel en staat op zichzelf. Je hoeft ze zeker niet allemaal tegelijk te introduceren.
Overschattingsregel: Als het onmogelijk is voor een speler om mee te gaan met een bod—ze hebben simpelweg de kaarten niet—dan zeggen ze dit. Waarom? Als jij een bod doet waardoor iedereen zou moeten afhaken, lig je per direct uit de ronde.
Inwisselregel: Je mag op elk moment tijdens je beurt handkaarten en inzetkaarten wisselen. (Zoals je geld/fiches zou wisselen met de bank als je net niet uitkomt.) Vanzelfsprekend mag je bod niet plots lager worden als je dit doet.
Handregel:
- Aan het begin van elke ronde, voordat iets is ingezet of onthuld, mag de Small Sint een getal lager dan 4 noemen. Dit is het aantal kaarten dat mensen minstens in hun hand moet houden deze ronde.
- Aan het eind van elke ronde mag men nu kiezen of ze hun handkaarten willen behouden, of allemaal weggooien (voor nieuwe kaarten volgende ronde).
- Als deze handlimiet is genoemd, dan hoef je niet te stoppen als je bod te laag is maar je zit aan je maximale kaartlimiet.
Biedregel: als je een kaart inzet met geldicoontje, heb je een keuze: “meer inzet” of “meer handkaarten”.
- Bij “meer inzet”, moet je één willekeurige gescoorde kaart toevoegen aan je inzet. Alle andere spelers mogen dit ook direct doen voor hun eigen inzet.
- Bij “meer handkaarten”, trekken alle spelers direct één extra kaart van de stapel in hun hand.
Remiseregel: bij gelijkspel in score, wint de persoon die meer heeft ingezet.

Deze uitbreiding voegt speciale kaarten toe met een actie erop. Dit staat op de kaart zelf geschreven.
Actiekaarten gelden pas als je ze toevoegt aan je bod, tenzij anders aangegeven.
Je kan er zo veel of zo weinig toevoegen aan je spel als gewenst. Sommige zijn meer strategisch, sommige meer flauw, dus kies welke je leuk lijken.

Deze uitbreiding heeft één cruciale nieuwe regel:
Een combinatie telt alleen als het alle kaarten omvat.
Als jij bijvoorbeeld wilt scoren op “kaarten van dezelfde kleur”, moeten dus alle kaarten (van de Pakjeskamer en van jouzelf) die kleur zijn. Zo niet, dan is jouw combinatie altijd een dikke vette nul waard.
Om hierbij te helpen, is een derde combinatie toegestaan: straatje. Dat betekent dat alle kaarten opeenvolgende getallen hebben (zonder dubbele).

Om óók hierbij te helpen voeg je de Pietje Precies actiekaart toe.
Streep bij het scoren één kaart naar keuze weg. (Onthoudt dat acties alleen werken als onderdeel van je bod.)
Bijvoorbeeld: Jij hebt 4 Rode kaarten en 1 Blauwe. Je hebt één Pietje Precies in je bod. Dan mag je die blauwe wegstrepen om een geldige combinatie (4 Rood) te scoren.
Als je speelt met de Actiepiet uitbreiding, mag je ook elke andere actiekaart gebruiken als een Pietje Precies. Dat doe je door deze kaart gedekt op te leggen, waardoor de normale inhoud (actie én waarde) dus niet gelden.
Misschien is het opgevallen dat er twee Sintkaarten zijn: Small Sint en Big Sint.
In deze variant worden ze beide gebruikt.
De “echte” Sint krijgt altijd de Small Sint. Deze persoon kiest welke andere speler de Big Sint krijgt.
- Small Sint moet, voordat de ronde begint, één kaart bieden.
- Big Sint moet vervolgens dat bod minstens verdubbelen, als mogelijk. (Je mag niet opgeven voordat je dat hebt gedaan.)
Als je speelt met de Stafpiet actiekaart, mag je bij uitvoering kiezen of je de Small Sint of de Big Sint wilt krijgen.
Ten slotte kan je deze (optionele) regelverandering toevoegen: “De eerste persoon die stopt in een ronde, wordt per direct de Sint.”